Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling verplicht organisaties en zelfstandige beroepskrachten om een meldcode te hebben en het gebruik daarvan te bevorderen. LINDI werkt met de meldcode.

De meldcode helpt een therapeut wanneer zij vermoed dat haar cliënt geen veilige thuissituatie heeft (of zal krijgen) of wordt mishandeld. Onder deze meldcode vallen overigens niet alleen situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling. Ook signalen van seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang en ouderenmishandeling vallen onder de meldcode.

De meldcode is gemaakt op basis van een model dat door de overheid is ontwikkeld om kindermishandeling en huiselijk geweld te stoppen. De meldcode bestaat uit een 5 stappenplan voor professionals, waarmee bepaald kan worden of er voldoende hulp kan worden ingezet en/of er een melding gedaan moet worden bij Veilig Thuis. Het is een professionele norm om (vermoedens van) acute en structurele onveiligheid altijd bij Veilig Thuis te melden.

De stappen van de meldcode beschrijven welke stappen door de therapeut moeten worden gezet bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling:

  1. in kaart brengen van signalen
  2. collegiale consultatie en eventueel overleggen met Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding
  3. gesprek met de cliënt/betrokken(en)
  4. wegen van het geweld of de kindermishandeling. Bij twijfel zal Veilig Thuis geraadpleegd worden
  5. beslissen: hulp organiseren of melden

De meldcode en het afwegingskader liggen in de praktijk ter inzage

Meer informatie nodig?

Stuur een bericht